SLA vs DLP

Isla vs dlp printen met resinn dit artikel beschrijf ik SLA vs DLP. DLP printers maken gebruik van projectoren zoals wij ze ook gebruiken voor het projecteren van televisiebeelden. Als de lamp het begeeft dan kun je hem eenvoudig vervangen. SLA printers werken met een laser en afhankelijk van het model kan vervangen behoorlijk problematisch zijn.

SLA vs DLP

DLP printers leveren een een getrapte straling waardoor het licht het resin om meerdere niveaus kan uitharden. Laag 1 wordt uitgehard maar tegelijkertijd wordt ook de onderliggende laag 2 half  uitgehard waarna de half uitgeharde laag vervolgens gemakkelijker samenvoegt met de bovenliggende laag.  Hierdoor heb je meer mogelijkheden om te controleren hoe het licht omgaat met het resin. Dit is niet mogelijk met een laser die een constante lichtopbrengst genereert.

Daarnaast kan en DLP printer een volledige laag in een keer uitharden in tegenstelling tot een lasergebaseerde printer die net als bij een FDM printer het gehele printpad moet afleggen om een laag uit te harden. Dit kan ook van invloed zijn op de detaillering.

Het nadeel van een DLP printer is zijn formaat. Hij is een stuk groter dan een SLA printer en je zet hem dus niet zo 123 naast je beeldscherm.

SLA heeft ook het voordeel dat het een goed uitontwikkelde technologie is die al sinds de jaren 80 in gebruik is. DLP daar en tegen is de nieuwe speler in de markt en is pas een aantal jaren beschikbaar met name door de ontwikkeling van relatief goedkope projectoren.

DLP print in de regel sneller dan SLA omdat elke laag in een keer geprojecteerd wordt. Daar en tegen is SLA beter in staat om meerdere objecten in een keer uit te printen waarmee het beter geschikt is voor het printen van series. Een SLA printer kan in de regel ook een groter bouwoppervlak bestrijken.

Gelukkig gebruiken DLP en SLA in de regel de zelfde resins.

 

Lees hier het artikel over SLA en DLP printers zoals ze in 2016 en 2017 beschikbaar zijn.